Tagarchief: Santa Marta

De Colombiaanse Carribean en de Siërra Nevada

Cartagena, waar we aankwamen vanuit Panama, ligt aan de Caribische kust van Colombia. Vroeger was dit een heel belangrijke havenstad voor de Spanjaarden. De oude stad doet dan ook erg Spaans aan en was leuk om een dagje in rond te lopen. Wat me meteen opviel is dat ze in Colombia op straat het lekkerste fruit verkopen (ananas, meloen, mango en andere tropische vruchten), in tegenstelling tot Centraal Amerika waar je blij moet zijn met pollo frito en papas (gefrituurde kip en frietjes). Een veel betere optie dus! In de oude stad zijn we naar het martel museum en het goud museum geweest, even wat cultuur snuiven na die vele stranddagen. Inmiddels dus een beetje wijzer geworden over de geschiedenis van dit gedeelte van Colombia. Het opvallendste vond ik dat ze in Cartagena op 11-11 Carnaval vieren, maar hier om een heel andere reden dan dat 11 het gekkengetal is. Op deze datum zijn ze namelijk bevrijd. Dit kan geen toeval zijn toch?!

Verder hebben we de laatste avond daar een goed afscheidsfeestje gehouden met alle mensen van de boot. Dat resulteerde in een beroerde reisdag naar Santa Marta; met een kater in de gloeiendhete zon en zware backpack op je rug naar het busstation. Daar bleek ook meteen dat de afstanden hier andere koek zijn dan in centraal Amerika. Cartagena en Santa Marta lijken op de kaart dicht bij elkaar te liggen maar kostte ons toch zon 4 a 5 u in de bus. Eenmaal in Santa Marta bleken alle hostels vol. We waren er al 5 afgelopen en nergens was ook maar één bedje vrij. Dat weekend was het laatste weekend van de Colombiaanse vakantie en blijkbaar is Santa Marta een populaire kustplaats om die vakantie door te brengen (en gaan Colombianen dus massaal in hostels zitten…). Het laatste hostel was gelukkig erg behulpzaam en had de laatste 2 bedden en 1 hangmat voor ons geregeld in een hostel iets verder uit het centrum (ik ben met twee Nederlandse meiden aan het reizen). Omdat ik een paar dagen later een vierdaagse trekking zou gaan doen waar we ook in hangmatten moesten slapen had ik me opgeofferd om daar dan maar vast aan te wennen. Mijn eerste nachtje in een hangmat dus en het lag lang niet verkeerd. De volgende dag hebben we gechilld aan het zwembad voordat we verder gingen naar Taganga; een kustplaatsje net buiten Santa Marta. Hier zouden Elyse en ik de dag erna opgehaald worden voor de Lost City trek. Die avond de beste pizza sinds tijden gegeten aan de super toeristische boulevard van Taganga. En toen vroeg naar bed want de komende dagen zouden zwaar worden…

De Lost City, ofwel Ciudad Perdida. In 400 na Christus gebouwd door de Tayronas (de oorspronkelijke bevolking) in de bergen van de Siërra Nevada. Door de Spanjaarden nooit ontdekt en pas in 1974 door archeologen ontdekt. Tot de dag van vandaag wonen er nog steeds Koghi, de afstammelingen van de Tayronas. De tocht naar deze stad kan je in 4, 5 of 6 dagen doen. Door verhalen als “het is daar zo benauwd dat je zo snel mogelijk die jungle weer uit wilt” hadden we voor de 4-daagse tocht gekozen. Een Australisch stel van de boot en een Nederlandse vriend van Elyse gingen ook mee. Om half 9 werden we bij ons hostel opgehaald en naar het kantoor van de organisatie gebracht. Daar bleek dat onze groep uit 19 mensen zou bestaan, met maar één gids. Na veel wachten werden we in jeeps naar El Mamey gebracht, een dorpje in de jungle vanwaar de tocht zou beginnen. Daar kregen we eerst nog een stevige lunch en toen moesten we er dan echt aan geloven. Ik was een beetje nerveus want had gehoord dat het wel echt een pittige tocht was, maar na heel veel luieren de afgelopen weken had ik ook wel zin in een sportieve uitdaging.

Goed, aan de wandel dus! Al na 5 minuten moesten we een rivier oversteken springend van steen naar steen. Een man van 70 die heel heldhaftig ook aan de toch begon haalde hier al een nat pak. Een paar honderd meter verder kwamen we al bij het eerste rustpunt, een ‘natural swimmingpool’. Ongeveer de hele tocht hebben we gelijkgelopen aan een rivier waardoor we gelukkig vaak even verfrissing konden halen door een duik in een van deze pools. So far so good dus, het ging nog allemaal van een leien dakje. Na de duik kwam de eerste berg, die we 1,5u later eindelijk beklommen hadden. Wat een helse tocht was dat! Mijn geluk was dat ik dacht dat ik bij de gids moest blijven omdat ik niet alleen achteraan wilde lopen en dus maar doorging en doorging, want toen we op de terugweg diezelfde berg afgedaalden zag ik pas hoe stijl en hoog die beklimming was geweest. Eenmaal boven was er heerlijk koude zoete watermeloen en een prachtig uitzicht. Vanaf daar was het nog zo’n 1,5u naar het kamp en dat bestond uit afdalen en klimmen, een stuk beter te doen dus. Net voor het donker kwamen we in het eerste kamp aan en tot onze verbazing stonden daar stapelbedden! Een snelle douche in de pool daar (douchen in een rivier is gelukkig echt 100x beter dan douchen in de zee weet ik inmiddels), een heerlijk avondmaal, nog even een potje kaarten en toen je bed in. De wekker stond om 5:00 de volgende ochtend.

Dag twee stond er een wandeltocht van 7u op het programma. Zodra het licht werd gingen we van start. De gids had ons gewaarschuwd dat er deze dag één hele pittige klim van 1,5u in zou zitten. Al een half uur na de start gingen we klimmen en het was echt doodvermoeiend in de hitte van die benauwde jungle. Eenmaal boven bleek dat dat nieteens de klim was die de gids bedoelde. De oude man en een ouder stel (die de hele dag bier aan het zuipen waren) lagen inmiddels zo ver achter dat zij op muilezels verder gingen. Wij kregen de lekkerste sinaasappels ooit en konden daarna weer verder. 2u later kwamen we bij het tweede kamp aan voor de lunch en natuurlijk weer een duik. Na de pauze kregen we de klim waar de gids ons voor gewaarschuwd had. Ik ben blij dat je hersens zo zijn geprogrammeerd dat pijn achteraf minder erg lijkt, anders had ik deze toch nooit af kunnen maken. Wéér anderhalf uur in de benauwde jungle met de zon op je kop en je rugzak voor vier dagen op je rug steil omhoog. Maar je hebt niet heel veel keus en uiteindelijk kom je dus toch weer aan de top. Weer een lekker fruithapje en helemaal afgepeigerd aan het laatste deel van die dag begonnen.

Die avond sliepen we in kamp drie, vanaf waar het nog maar een klein stukje naar de Lost City was. Maar uiteraard gingen we daar niet komen zonder nóg een beetje afzien; 1200 traptredes. Als een normale trap 13 treden heeft zijn dat dus bijna100 verdiepingen… Van de Lost City zelf had ik eigenlijk geen hele hoge verwachtingen maar wauw, het was alle moeite waard! Een verloren stad hoog in de bergen met prachtige uitzichten. Bijna 3u hebben we daar rondgelopen en ook nog met de huidige spirituele leider van de Koghis kunnen praten. De koghi zijn de laatste indigenous mensen die nog leven op de manier zoals ze dat altijd hebben gedaan. De spiritueel leider is priester, politiek leider, dokter en burgemeester ineen. Als er een nieuwe president in Colombia wordt gekozen gaat deze zich dan ook altijd voorstellen aan de spiritueel leider van de Koghis. Onderweg zijn we ook best wat koghi tegengekomen maar ze wilden niet dat we foto’s maakten omdat ze geloven dat dat de energie van de ziel aantast.

Doel bereikt dus, en die middag zijn we meteen aan de terugtocht begonnen. Nog even lunchen bij het laatste kamp en toen door naar kamp 2 voor de nacht. Denk je op de heenweg dat je alleen bergen beklommen hebt, op de terugweg kom je er achter hoeveel je afgedaald hebt want dat kun je weer lekker omhoog. Psychisch zat ik er wel vort lekker in (komt vast doordat we teruggingen), fysiek werd het steeds zwaarder. Vermoeid van slecht slapen, pijn in de knieën van het afdalen, blaren op je voeten en vol met muggebulten. Maar nog één nachtje in de jungle slapen dus en voor de volgende nacht hadden we een strandhostel geboekt! Die ochtend extra vroeg opgestaan want we moesten om 1u smiddags terug zijn (en het was 7u lopen). Ik wist dat er nog één hele steile klim ging komen dus toen die voorbij was ging het vlotjes. Ik hoorde het strand gewoon roepen. Ik heb wel 10x gedacht dat we er waren en telkens moesten we nog een stuk maar uiteindelijk uiteraard weer in El Mamey aangekomen. Koud biertje en een heerlijke lunch! Én voor 1u. Het was echt een hele gave tocht met geweldige uitzichten en prachtige natuur en een heel voldaan gevoel achteraf.

Die middag werden we bij Costeña surf hostel afgezet, aan het strand dus. In de middle of nowhere, nog steeds geen Wifi maar een heerlijke plek. Er werd voor iedereen gekookt dus we konden 3x per dag gewoon aanschuiven. Ik wilde nog gaan surfen maar uiteindelijk heb ik 2,5 dagen lang alleen maar in een hangmat gelegen. Bij aankomst al meteen in slaap gevallen op bed, 3u later naar bed gegaan en tot 9:30u sochtends geslapen, in de hangmat gaan liggen, rond half 10 weer naar bed, klokje rondslapen en weer in de hangmat. Ja ik kan wel zeggen dat ik goed uitgerust ben daar…

Nu ben ik in medellin, een hele grote mooie stad gelegen tussen de bergen, maar daarover later meer!