Granada was vooral een makkelijke plek. Mooie, schone stad, erg toeristisch en Westers en veel mogelijkheden voor dagtrips. Niet echt spannend dus.
De volgende bestemming was Isla de Ometepe, een eiland bestaande uit twee vulkanen in het op één na grootste meer van Latijns-Amerika. Na makkelijk Granada besloten Lolly (mijn Nicaragua-reisgenootje) en ik om het een keer over een andere boeg te gooien. We gingen vrijwilligerswerk doen op een ecofarm. Na een dag reizen werden we rond half 7 ‘ s avonds voor de ingang van de farm uit de chickenbus gezet, vanwaar het nog 1,5km bergop door de modderige jungle lopen was. Voor $8 per nacht konden we daar slapen en eten, in ruil voor elke ochtend 5 uur werken op de boerderij (van 7 tot 12). We hadden geluk want op de dag van aankomst was het pizzadag. De boerderij is zoveel mogelijk zelfvoorzienend en de pizza kwam dus helemaal van eigen land. De vrijwilligers die er al waren vertelden dat ze die dag compost van menselijke uitwerpselen moesten omscheppen, ieuw… Tijdens het koken kregen we onze dorm te zien en dat bleek íets teveel avontuur. Drie stapelbedden stonden midden in de jungle, zonder muren, alleen een dak en honderden spinnen. Letterlijk overal waar je keek zaten spinnen. En laat Lolly nou net een spinnenfobie hebben. Ik probeerde een beetje de held uit te hangen door haar te zeggen dat ze niks doen, er een paar te vermoorden en onze klamboes spinproof op te hangen. Maar toen we naar bed gingen en er een tarantula achtige spin op mijn bed zat (” het is geen tarantula, hij lijkt er alleen op, tarantula’s zijn zwart en deze is bruin”), stemde ik met haar in: we moeten hier zo snel mogelijk weg. Maar het was 22u savonds en we zaten midden in de pikdonkere jungle, dus we hadden geen keus dan die nacht daar te slapen. Vrijwel geen oog dichtgedaan natuurlijk en ik was heel blij dat de wekker om 6:15 zei dat de nacht voorbij was. Het werk was leuk en interessant, we hebben tomaten geplant, palmbladeren afgeknipt om een muur mee te maken, afval gescheiden, onkruid gewied. Maar met de lunch toch opgebiecht dat we echt niet nog een nacht daar konden slapen. En zo stonden we die middag weer bij de ingang, deze keer met onze duimen omhoog om een lift naar een ander dorp te scoren (bussen rijden hier zeker smiddags vrij sporadisch en dus is het heel gebruikelijk om te liften). Het avontuur bleef ons achtervolgen, we zaten nog geen 10 seconden in de achterbak van een open truck toen de hemel openbrak. Zeiknat kwamen we aan in Altagracia, waar we zielsgelukkig werden van een hostel waar we normaal nooit naartoe zouden gaan. Wat heb ik lekker geslapen die nacht!
De volgende dag hadden we scooters gehuurd om het eiland te verkennen. Er is een hele mooie natuurlijke waterbron met super helder water, heerlijk om te zwemmen en gave foto’s te maken (zie FB). Daar zijn we de dag begonnen én geëindigd. Tussendoor zijn we over hobbelige zandwegen naar een afgelegen strand gereden waar we howler monkeys zagen en onszelf insmeerden met zelfgeplukte Aloë Vera. Het avontuur van deze dag werd compleet toen we net voor we terug wilden rijden overvallen werden door een tropische regenbui die ervoor zorgde dat de hobbelige zandweg veranderde in een kilometerslang modderbad.
Nu zit ik op een van de stranden van Ometepe dit verhaal te schrijven. Morgen reizen we naar San Juan del Sur, mijn laatste bestemming in Nicaragua.
Dan dit nog: Over een maand begint China aan de bouw van hun equivalent van het Panamakanaal: het Nicaraguakanaal. Deze gaat recht door het meer en in heel Nicaragua zullen hiervoor 50.000 mensen hun huis uitgezet worden. De bevolking op Ometepe vreest dat dit kanaal het eiland voorgoed zal veranderen, omdat China ook het eiland wil kopen. Zo zonde!